Aan de grote tafel op de eerste verdieping in de Bibliotheek treffen we de eerste groep, bestaande uit acht deelnemers en twee vrijwilligers. De groep is heel divers en bestaat uit deelnemers uit Roemenië, Thailand, Soedan en Eritrea. Mariëlle Blankestijn is een van de vrijwilligers die de Praattafel begeleid. Ze geeft aan dat het voor deelnemers soms best lastig is om alles in het Nederlands te doen, zeker bij echte beginners. “Als je nog niet zo goed Nederlands spreekt, is het ontzettend verleidelijk om in de moedertaal, bijvoorbeeld Tigrinya, met elkaar te praten,” merkt ze op. Maar juist door het te doen, leer je het. Ze stimuleert dan ook altijd het praten in het Nederlands.

Wisselende thema’s

Aan de hand van thema’s wordt in het Nederlands het een en ander besproken en uitgelegd. Deze keer staat het thema eten en drinken centraal. Iedere deelnemer krijgt een A4tje met woorden die worden voorgelezen, waarna de groep ze na zegt. Zo nodig wordt een woord uitgelegd en volgt een gesprek. Vervolgens wordt aan de hand van een supermarktfolder verduidelijking gegeven en worden vragen gesteld. Een leuk voorbeeld dat aan bod komt is het leren van het verschil tussen een pak, fles, blik, doos, zak of krat. Waarna een gesprek over tomatensoep ontstaat en al snel het recept van tomatensoep wordt samengesteld en uitgewisseld.

Het antwoorden in een zin van minimaal drie woorden wordt gestimuleerd en geoefend. Woorden worden opgeschreven op een flipover, zodat deelnemers ze over kunnen schrijven. Om de activiteit niet te vrijblijvend te maken, krijgen de deelnemers aan het eind van het uur huiswerk mee: “Lees de folder thuis en vertel volgende week wat je niet begrijpt.” Hoewel deelname aan de Praattafel vrijwillig is, wordt serieuze inzet verwacht.

Extra groep

Mariëlle en Rita Gerritse zijn begin dit jaar begonnen met de Praattafel. Wegens succes en veel animo is de activiteit de afgelopen maanden al met een extra uur uitgebreid en zijn er nog drie vrijwilligers aangesloten. De Praattafel bestaat nu uit twee delen en is opgedeeld in verschillende niveaus. Het eerste uur, van 09.00-10.00 uur, is voor gevorderde deelnemers. Deze groep is qua deelnemersaantal vrij stabiel, wat het maken van contact aanmoedigt. Deelnemers leren elkaar inmiddels beter kennen en spreken elkaar hierdoor meer en gemakkelijker aan.

De tweede groep, van 10.00-11.00 uur, is voor mensen die nog wat meer moeite hebben met het spreken van de Nederlandse taal. De deelnemers in deze groep wisselen nog wel eens, waardoor iedereen wat verlegen en afwachtend blijft. Deelnemers vinden het over het algemeen nog wat spannender en zijn soms bang iets verkeerd te zeggen. Het vertrouwen in hun spreekvaardigheid moet nog groeien.

Ontstaan

Vanuit een toevallige ontmoeting tussen Taalhuiscoördinator Nienke Rijkeboer en Mariëlle ontstond het idee van de Praattafel. Hierna vroeg Mariëlle Rita, die ze nog kent vanuit hun werkzame tijd in het basisonderwijs, aan te sluiten. Rita vindt werken met anderstaligen mooi werk en wil zich graag nuttig maken. “Vanuit mijn werk als taalcoach en interesse in het helpen van laaggeletterden is de Praattafel me op het lijf geschreven. Ik doe er toe en doe graag iets terug voor de maatschappij.” Mariëlle wilde na haar pensionering graag verder werken met taal en vindt in de Praattafel een mooie uitdaging. “Voor mij geldt dat als mensen in Nederland mogen blijven, het goed is dat ze de taal leren. Hen te helpen naar een betere toekomst, is alleen maar fijn.”

Tot nu toe komen deelnemers bij de Praattafel terecht door mond tot mond reclame of doordat zij worden doorverwezen door het Taalhuis en taalschool NLtraining. “De Praattafel is echter voor iedereen die wil oefenen met spreekvaardigheid. Denk aan expats, vluchtelingen, laaggeletterden en wie maar wil oefenen,” benadrukt Mariëlle. “Zolang er plek is, is iedereen welkom!”

Aanmelden voor de Praattafel kan via houten@taalhuislekstroom.nl